Lokale heffingen

2.6.3 Geraamde en werkelijke opbrengsten

In de tabel hieronder zijn de geraamde opbrengsten voor 2019 vergeleken met de werkelijke opbrengsten van 2019.

Onroerende- zaakbelasting (OZB)
De OZB is berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De WOZ-waarden per 1 januari 2018 waren bepalend voor het belastingjaar 2019. In 2019 zijn voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2019 geldig waren. Uitgangspunt voor de berekening van de tarieven OZB is dat we de opbrengst indexeren op basis van inflatie en rekening houden met volumeontwikkelingen (2019, 2,4%). De leegstand van niet-woningen gebruik is verrekend in de tarieven voor niet-woningen.

De OZB opbrengst in 2018 was €676.000 lager dan geraamd. Bij de ozb niet-woningen hebben we een lagere opbrengst van €1.029.000 en bij de ozb woningen een meeropbrengst van €352.000
De lagere opbrengst is een gevolg van een verschuiving van objecten van 'niet- woningen' met een hoger tarief naar 'woningen' met een lager tarief, onder andere omdat bedrijfspanden worden omgebouwd tot woningen. Daarnaast zien we een forse toename van het aantal bezwaren (40% ten opzichte van voorgaand jaar). Deze stijging is het gevolg van de opmars van de no cure no pay bureau’s. Deze leiden vervolgens tot meer verminderingen dan we in onze prognose hadden opgenomen.'

Rioolheffing
Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater hebben gemeenten ook een regenwaterzorgplicht en een duidelijke rol als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing zijn berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De gemiddelde aanslag rioolheffing ging in 2019 omhoog met 4,37%. De opbrengsten uit de rioolrechten vielen in 2019 € 55.000 lager uit dan begroot.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste gedeelte verschuldigd. Het variabele deel wordt berekend  op basis van het aantal aanbiedingen restafval. Het vaste gedeelte bestaat uit één tarief per huishouden, ongeacht de omvang van dat huishouden. Het variabel gedeelte gaat uit van het aantal liters inhoud per aanbiedmiddel, waarbij ervan wordt uitgegaan dat bij elke aanbieding de vullingsgraad 100% is.
De uitvoering van inzameling en afvoer van afval wordt uitgevoerd door Circulus-Berkel BV.

De totale opbrengst van de heffing is € 1.667.000 lager dan begroot. De financiële uitkomst voor 2019 voor afval laat een nadeel zien, veroorzaakt door minder aanbod van restafval en daardoor lagere opbrengsten op het variabele deel van de tarieven en hogere kosten (o.a. door het hogere voorzieningenniveau, extra kosten bijplaatsen, hogere afvalbelasting en BTW lasten). Voor een nadere onderbouwing verwijzen wij u naar de financiële verschillenverklaring bij de lasten en baten.

• Parkeerbelastingen

De werkelijke lasten bedroegen €3.830.000 waardoor sprake is van een geringe afwijking van
€ 80.000.

• Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven.
De tarieven voor de precariobelasting zijn met 2,4% verhoogd met uitzondering van de tarieven voor kabels en leidingen.

Op de opbrengst van de precariobelasting (exclusief precariobelasting van netwerkbeheerders) is sprake van nadeel van € 179.000. Dit verschil wordt name veroorzaakt door correcties op verwachte opbrengsten van voorgaande jaren.

Precariobelasting netwerkbeheerders
We melden bij de precariobelasting netwerkbeheerders een nadeel van € 0,2 miljoen. De aanslag van netbeheerder TenneT is verminderd omdat na onderzoek in de beroepsfase is gebleken dat het aantal metrages voor TenneT te hoog is vastgesteld.

• Hondenbelasting

 De tarieven 2019 voor hondenbelasting zijn gehandhaafd op het niveau van 2019. Er is sprake van een nadeel van € 39.000.

• Toeristenbelasting

De tarieven toeristenbelasting zijn, naast een correctie op basis van het prijsindexcijfer (voor 2019 was dit 1,3%) verhoogd met 5%. De index bedraag dus 6,3%
De extra opbrengst als gevolg van deze verhoging is toegekend aan investeringen in structuurversterking van de sector en professionalisering van de samenwerking van de Apeldoornse toeristische sector. In 2019 zijn er nieuwe bedrijven opgenomen in de belastingheffing en dat resulteert in een hogere opbrengst van € 644.000.

• Reclamebelasting

Voor het jaar 2019 zijn we uitgegaan van een indexatie van 2,4%. Het tarief per vestiging is verhoogd van € 200 naar € 204,80 (stijging van 2,4%) en het variabele tarief van €1,75 is verhoogd naar afgerond €1,77. De opbrengst is € 10.000 minder dan begroot.
De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de gemeentelijke in- en uitvoeringskosten, als subsidie beschikbaar gesteld aan de stichting Centrum Management Apeldoorn. Aan de subsidie is de conditie verbonden dat de stichting met haar activiteiten de aantrekkelijkheid van de binnenstad versterkt.
Marktgelden
De tarieven zijn in 2019 verhoogd met 2,9%. Door de teruggelopen bezetting van de markt zijn de tarieven niet kostendekkend. De opbrengst is € 4.000 lager dan geraamd.

• Begraafplaatsrechten

De tarieven van de begraafplaatsenrechten zijn per 2019 gemiddeld verhoogd met 4%. De lasten en baten met betrekking tot de begraafplaatsen zijn in 2019 lager uitgevallen dan begroot. Per saldo is er een storting gedaan in de voorziening van € 81.193. De voorziening kent nu een positief saldo van € 682.826.
 

• Leges en rechten

De verschillende leges en rechten die worden geheven zijn in principe verhoogd met 2,25%. Bij de vaststelling van een aantal tarieven is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven zoals voor paspoorten en rijbewijzen.
Bij de leges burgerzaken is er sprake van een meeropbrengst van € 400.000. Daarnaast zijn de kosten met € 180.000 gestegen.
De kostendekkendheid van de leges burgerzaken is hoger dan begroot. Voornaamste oorzaak hiervan is dat er circa 4.000 meer reisdocumenten zijn verstrekt dan begroot.  

De opbrengst van de leges vergunningen publiek domein (o.a. winkeltijden, kansspelen, horeca en evenementen) blijft achter bij de begroting. Deze minderopbrengst van € 86.000 zorgt ervoor dat de kostendekkendheid van deze vergunningen ook lager is dan begroot.  De oorzaken hiervan zijn:

• we kregen minder aanvragen voor vergunningen met hoge legestarieven;
• we hebben minder vergunning verleend bij de meest voorkomende vergunningen (evenementen, standplaatsen, drank en horeca en terrassen).

• Omgevingsvergunning activiteit bouwen

We hebben in 2019 voor € 1 miljoen minder aan leges ontvangen.
De opbrengsten zijn lager dan verwacht, omdat het aantal vergunningsaanvragen met een hoge bouwsom minder waren dan in 2018. Zoals hierboven gezegd is er sprake van “kruissubsidiering”, grote projecten zijn meer dan kostendekkend, kleine projecten zijn niet kostendekkend.
In 2019 is naast het verminderende aantal grote projecten ook minder bouwaanvragen ingediend ten opzichte van 2018 hetgeen een lagere legesopbrengst met zich mee heeft gebracht. Overigens zegt het aantal bouwaanvragen en de hoogte van de bouwsom weinig over de complexiteit van die aanvragen.
Per saldo onttrekken we € 685.000 uit de voorziening leges omgevingsvergunning. Deze komt hiermee op een totaal bedrag van ruim € 3,1 miljoen.