Home

Algemeen

De jaarstukken verantwoorden de inzet van organisatie en financiën over het afgelopen jaar. Gedurende het jaar waren wij, met u, onaangenaam verrast over de tussentijds veranderende financiële perspectieven. Externe factoren bepaalden deels het tegenvallende perspectief. Voorbeelden zijn de te geringe vergoeding van het rijk voor onze activiteiten binnen het sociaal domein, het centraal veranderde abonnementstarief voor huishoudelijke hulp, wonen-, rol- en vervoersvoorzieningen, waardoor het beroep op die voorziening groter werd en bijvoorbeeld de uitkomsten van de ‘trap op, trap af systematiek’ waardoor de algemene uitkering tegenviel.
Daarnaast bleek dat we op een aantal dossiers, zoals het Plein van de Stad en het opvolgen van aanbevelingen van bijvoorbeeld de accountant, onvoldoende in control waren. Daar hebben we op gereageerd door onszelf vragen te stellen omtrent de beheersing van financiële risico’s. Zo houden we regelmatig de risicovolle projecten tegen het licht, laatst hebben wij u hierover geïnformeerd via onze brief van 16 december jl. die nog steeds actueel is. Via de reactie op het KPMG-rapport, via het Beheersplan Interne Beheersing & Beleidscyclus en via de nota Lessen Plein van de Stad informeerden wij u en verbeterden we onze interne procesvoering. Dit nog los van alle separate acties binnen het sociaal domein en los van de ingezette organisatieverandering. Afsluitend verwachten wij dat we in het jaar 2020 minder (financiële) verrassingen tegenkomen dan het afgelopen jaar en dat we verder kunnen bouwen aan een gezond financieel perspectief voor onze gemeente.

Het financiële resultaat

2019 eindigden we met een overschot van € 8,1 miljoen. Dit overschot zal ons helpen bij ons financieel herstel. Het overschot van € 8,1 miljoen is uit een grote hoeveelheid kleinere en soms grotere voor- en nadelen opgebouwd. Bij de bespreking van de programma’s vindt u deze voor- en nadelen terug in het financieel overzicht dat bij elk programma is opgenomen. Gesaldeerd leidt dit tot het volgende overzicht.   

Exploitatieoverzicht gemeente Apeldoorn 2019
(bedragen in miljoenen euro's)

Begroting 2019

Jaarrekening 2019

Afwijking

Programma 1 Bestuur, inwoners en geld

373,2

381,6

8,4

Programma 2 Veiligheid

-15,9

-16,1

-0,2

Programma 3 Openbare ruimte

-22,5

-21,9

0,6

Programma 4 Milieu

-3,2

-2,8

0,4

Programma 5 Jeugd en onderwijs

-81,5

-84,6

-3,1

Programma 6 Apeldoorn activeert

-51,0

-47,4

3,6

Programma 7 Maatschappelijke ondersteuning

-107,8

-114,0

-6,2

Programma 8 Cultuur, erfgoed, evenementen en sport

-24,7

-24,8

-0,1

Programma 9 Door! met de buitenstad

-7,7

-4,1

3,6

Paragraaf bedrijfsvoering

-58,9

-57,8

1,1

Totaal

0,0

8,1

8,1

Het grootste voordeel in programma 1 betreft het voordeel van de Voorjaarsnota 2019. In de Voorjaarsnota heeft u besloten tot een groot aantal bezuinigingsmaatregelen in 2019. Deze zijn in een aparte begrotingswijziging verwerkt en in lagere budgetten verspreid over alle programma’s binnen de toepasselijke taakvelden. In programma 1 is de ‘opbrengst’ van de ombuigingen verantwoord. Deze opbrengst is de tegenhanger van de tekorten op jeugdhulp en Wmo. Het voordeel bedraagt € 10,6 miljoen.

Opvallend zijn de resultaten binnen het Sociaal Domein: de programma’s 5, 6 en 7. Het zijn de de taken die we uitvoeren op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Jeugdwet. Het sociaal domein laat gesaldeerd een nadeel van € 5,7 miljoen zien. Het nadeel op het terrein van de jeugdzorg bedraagt € 3,1 miljoen. Dat is minder dan het voorziene tekort. Deels wordt dit veroorzaakt door de genomen maatregelen en deels door een aantal meevallers waarvan de extra bijdrage van het Rijk van € 4 miljoen de belangrijkste is. Doordat het aantal bijstandsgerechtigden afneemt geven we, binnen programma 6, € 3,6 miljoen minder uit. Bij maatschappelijke ondersteuning hebben we een nadeel van € 6,2 miljoen. Dat nadeel wordt vooral veroorzaakt door het toegenomen beroep op de Wmo begeleiding en huishoudelijke hulp. De uitgaven voor jeugdzorg en Wmo blijven hoog en net als bij zoveel andere gemeenten is de rijksbijdrage ontoereikend om de kosten te dekken.

In programma 9 is met name het Grondbedrijf verantwoordelijk voor het positieve resultaat. De bijstelling van de verliesvoorziening van Zuidbroek leidt ten opzichte van de begroting tot een voordeel van € 3,3 miljoen. Door de positieve ontwikkelingen in dit gebied kon een deel van de verliesvoorziening vrijvallen.

De overige onderdelen in de jaarrekening laten per saldo een negatief resultaat van € 0,1 miljoen zien.

Structurele tekorten

In de vorige jaarrekening waren er twee onderdelen (jeugdzorg en veiligheidsregio) waarop we structureel geld tekort kwamen. Inmiddels zijn de nodige (ombuigings)maatregelen genomen. In deze jaarrekening kennen we geen structurele tekorten. Wel vermelden we hier dat de precario-opbrengsten van € 7,5 miljoen onderdeel uitmaken van de opbrengsten. Deze opbrengsten zullen over 3 jaar komen te vervallen. Door het missen van deze opbrengsten is er een uitdaging om in de toekomst een sluitende begroting te presenteren.

Begrotingsrechtmatigheid

De begroting kent diverse overschrijdingen. Alle overschrijdingen zijn het gevolg van bestaand beleid. Waar nieuw beleid aan de orde was heeft u gedurende het jaar begrotingswijzigingen vastgesteld. Toetsend aan de Nota actieve informatieplicht concluderen we dat alle overschrijdingen rechtmatig zijn.

Het beleidsresultaat

Voortgang prestaties 2019

Programma's

Prestaties

Programma 1 Bestuur, inwoners en geld

27

2

0

Programma 2 Veiligheid

3

0

1

Programma 3 Openbare ruimte

61

4

0

Programma 4 Milieu

26

7

0

Programma 5 Jeugd en onderwijs

20

5

0

Programma 6 Apeldoorn activeert

19

3

1

Programma 7 Maatschappelijke ondersteuning

7

3

0

Programma 8 Cultuur, erfgoed, evenementen en sport

22

3

0

Programma 9 Door! met de buitenstad

34

6

0

Totaal prestaties

219

33

2

In de programma’s zijn alle in de MPB verwoorde prestaties opgenomen. We geven met vlaggetjes aan of we op onderdelen al dan niet in de ‘gevarenzone’ zijn gekomen. Zo ziet u snel de stand van zaken. Is het vlaggetje groen dan zijn er geen afwijkingen te melden. Is het oranje dan heeft de afwijking gevolgen voor het behalen van de doelstelling/ beleidsproduct of de planning wijkt af. Bij rood wordt het behalen van de doelstelling van het programma of taakveld ernstig bedreigd.

Zoals u in de tabel kunt zien, hebben wij ons in 2019 254 prestatiedoelen gesteld. We hebben de meeste beleidsinhoudelijke prestaties weten te realiseren binnen de kaders die in de begroting zijn gesteld, 219 zijn er volgens plan uitgevoerd. Bij de verschillende programma’s wordt uitgebreid op de prestaties en eventuele afwijkingen ingegaan.

Wat doen we met het financiële resultaat?

We stellen u voor om het nettoresultaat als volgt in te zetten.

  • Storting in algemene reserve Grondbedrijf

Het werkelijke resultaat over 2019 was € 3,3 miljoen meer dan we hadden begroot. Wij stellen u voor dit extra resultaat toe te voegen aan de Algemene Reserve Grondbedrijf. De stand van de Algemene Reserve Grondbedrijf komt hiermee op € 17,2 miljoen. Dat is € 4,7 miljoen hoger dan het voor 2019 vastgestelde minimumniveau van € 12,5 miljoen. Deze
€ 12,5 miljoen is nodig om de risico’s van het Grondbedrijf te dekken. In het bestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening stellen wij u daarom voor om € 4,7 miljoen vrij te laten vallen uit de Algemene Reserve Grondbedrijf ten gunste van de Algemene Reserve.

  • Tuinen Zuidbroek
    Ons college heeft in 2017 ingestemd met een aankoopcompensatie van € 415.000 voor de Stichting Tuinen van Zuidbroek. Deze aankoopcompensatie betrof de gehele verkoopprijs. Bij de jaarrekeningen 2017 en 2018 is het budget voor de uitvoering van deze toezegging steeds via de Reserve Overlopende Projecten overgegaan naar het daarop volgende jaar. Mede gezien de businesscase en de ruimtelijk-juridische procedure is de daadwerkelijke verkoop en de verstrekking van de bijbehorende aankoopcompensatie nog niet tot stand gekomen. Voor de zomer 2020 zal op de ingediende businesscase een besluit te worden genomen of de toezegging van de aankoopcompensatie in stand blijft of dat aan bestuur zal worden voorgesteld om deze toezegging in te trekken. Op dit moment wordt er van uitgegaan dat de bestuurlijke toezegging gehandhaafd blijft. Omdat het volgens de kaderstelling niet meer mogelijk is om het budget ad € 415.000 via de Reserve Overlopende Projecten mee te nemen naar 2020, stellen wij u voor om via dit bestemmingsvoorstel het budget in 2020 wederom beschikbaar te stellen.
  • Eigen vermogen

We streven er naar om financieel weer gezond te zijn. Daarom willen we ons eigen vermogenvergroten en zo weinig mogelijk schulden hebben. Het positieve jaarrekeningresultaat van € 8,1 miljoen draagt hier aan bij. Na verrekening met de hiervoor genoemde bestemmingsvoorstellen groeit onze Algemene Reserve met € 9,1 miljoen.

Balans

De balans geeft aan hoeveel vermogen onze gemeente op 31 december 2019 heeft. Aan de linkerkant van de balans staan onze bezittingen, aan de rechterkant ons eigen vermogen en schulden. Onderstaand vindt u een overzicht van de balans op 31 december 2019 met de cijfers van vorig jaar erachter.

Balans gemeente Apeldoorn 2019 (bedragen in miljoenen euro's)

Stand per 31-12

Stand per 31-12

Bezittingen

2019

2018

Eigen vermogen en schulden

2019

2018

Gronden en terreinen

47,9

45,0

Algemene reserve

77,1

28,3

Strategische gronden

23,4

24,0

Woonruimten

0,3

0,5

Bestemmingsreserves

43,7

65,6

Bedrijfsgebouwen

398,2

386,5

Rekeningresultaat

  8,1

26,1

Grond-, weg-, waterbouwkundige werken

78,6

70,6

Subtotaal eigen vermogen

128,9

120,0

Vervoermiddelen

2,4

2,4

Machines en installaties

33,3

21,9

Voorzieningen

14,6

18,5

Uitgeleend geld

52,3

54,3

Voorraad

39,1

48,5

Schulden

561,4

553,2

Overig

80,4

85,1

Overig

51,0

47,1

Totaal

755,9

738,8

Totaal

755,9

738,8

Ons eigen vermogen, het totaal van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het rekeningresultaat, is in 2019 toegenomen met € 8,9 miljoen. We hebben per saldo € 26,9 miljoen toegevoegd aan de reserves. Dit heeft plaatsgevonden op basis van de in de MPB begrote stortingen in en onttrekkingen uit de reserves en de kaders zoals opgenomen in de Nota reserves en voorzieningen.

We zien dat de investeringen op onze balans blijven groeien en ook mede daardoor zijn onze schulden met € 8,2 miljoen toegenomen. Overall is ons balanstotaal gestegen met in verhouding meer eigen vermogen dan vreemd vermogen, goed voor het financiëel herstel. Voor de jaren 2018 t/m 2023 bedraagt het investeringsvolume ongeveer € 100 miljoen. Opgemerkt zij dat het aangaan van schulden leidt tot langjarige betalingsverplichtingen. Dit heeft als gevolg dat een steeds groter deel van onze uitgaven vast komen te liggen in de vorm van kapitaallasten. Daardoor wordt de ruimte tot herallocatie van financiële middelen minder groot.

Algemene Reserve

In het bestuursakkoord 2018-2022 ‘De kracht van Apeldoorn’ en ons collegewerkprogramma ‘Krachtig verder’ gaven we aan dat financieel herstel speerpunt blijft. We willen dat ons eigen vermogen groeit naar voldoende eigen vermogen om 2026 een solvabiliteit van tenminste 20% te hebben. De schuldpositie willen we zo klein mogelijk houden. De jaarrekening 2019 laat nu zien dat de Algemene Reserve verder groeit en op ruim € 77 miljoen uitkomt. Ons eigen vermogen is € 129 miljoen. Onze gemeente wordt dus sneller financieel gezond dan we hadden verwacht. Maar het is te vroeg om onszelf rijk te rekenen. Het kan zijn dat we de algemene reserve deels nodig zullen hebben om tegenvallers op te vangen. Immers, we staan de komende jaren nog voor grote opgaves, zoals binnen het sociaal domein en de nu nog niet te overziene gevolgen van de coronacrisis. Dit zal om ombuigingen vragen en mogelijk de vermogenspositie onder druk zetten. In de aankomende Voorjaarsnota zullen wij hier op ingaan.

Solvabiliteit en netto schuldquote

De solvabiliteit, de verhouding eigen vermogen versus totaal vermogen (eigen vermogen plus schulden), groeit in 2019 van 14,08% naar 16,99%. De solvabiliteit laat zien hoe goed we aan onze financiële verplichtingen kunnen voldoen. Hoe hoger het percentage van de solvabiliteit is, hoe beter we er financieel voorstaan. In de komende jaren wordt stevig ingezet om via een pakket aan maatregelen zoals genoemd in de Transformatienotitie de tekorten in het sociaal domein om te buigen. Bovendien hebben we een buffer gecreëerd om eventuele tegenvallers op te vangen. Wanneer de ingezette ombuigingsmaatregelen effect hebben stijgt de solvabiliteit naar verwachting naar ruim 19% eind 2023. Het uiteindelijke doel is een solvabiliteit van 20%. De solvabiliteit wordt trouwens ook beïnvloed door bijvoorbeeld de eventuele uitnames uit bestemmingsreserves, zoals de BROA en de Zwitsal. In een dergelijk geval krimpt het eigen
vermogen en daarmee de solvabiliteit.

De netto schuldquote is een ander gegeven waaraan we kunnen zien of we financieel gezond zijn. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft daarmee een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een laag percentage is gunstig. Onze netto schuldquote was in 2019 92%. In 2016 was dat 113%. We willen door leningen af te lossen de komende jaren onze netto schuldquote verlagen.

Ten slotte

In het Beheersplan Interne Beheersing & Beleidscyclus schreven wij: De leesbaarheid (en omvang) van de jaarstukken (t-1) kan verbeterd worden. De Jaarstukken moeten in navolging van de MPB smarter worden. We zullen een start maken met de jaarrekening over 2019. Jaarverslag en jaarrekening worden weer twee aparte delen. De financieel (wettelijk) verplichte kost komt in de jaarrekening te staan waardoor in het jaarverslag de meer ‘verhalende’ tekst beter leesbaar zal worden. En waar mogelijk zullen we onnodige herhalingen van de MPB-tekst weglaten, waarbij
het jaarverslag natuurlijk wel zelfstandig leesbaar moet zijn. En om beter naar voren te brengen wat leerpunten zijn voor een volgende cyclus zullen we per programma een item lessons learned toevoegen. De jaarrekening zal ongetwijfeld een financieel technisch stuk blijven ook al zullen we pogingen ondernemen om het stuk te ontsluiten voor niet-financieel specialisten.

In deze jaarstukken proberen wij ons streven naar betere leesbaarheid en volgordelijkheid te realiseren. Maar we kunnen niet voorkomen dat de jaarstukken een lijvig boekwerk vormen. Enerzijds omdat er via het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten wettelijke eisen aan het jaarverslag worden gesteld, anderzijds omdat we via de jaarrekening de inzet van meer dan € 600 miljoen aan gemeenschapsgeld en bijbehorende inzet van de ambtelijke organisatie verantwoorden.

De jaarstukken beginnen met de verantwoording van de negen programma's en de verplichte en bijzondere paragrafen. De programmaverantwoording is de meer beleidsmatige verantwoording en vormt voor de generalisten de ruggengraat van de jaarstukken. Per programma worden de voorgenomen prestaties uit de MPB verantwoord. We proberen dat korter, zonder onnodige herhalingen van teksten uit de MPB, en smarter te doen: hebben we gedaan wat we ons voornamen?  Verder laten we u per programma zien wat de stand van zaken is van de nieuwe ontwikkelingen die in de MPB zijn genoemd. Nieuw is dat we in de programma’s ook een onderdeel ‘lessons learned’ hebben opgenomen. We sluiten elk programma af met een financieel overzicht waarin we de grotere afwijkingen melden en we geven een overzicht van de toprisico’s binnen het programma. In het kader van deze jaarstukken zijn alle risico’s geactualiseerd. In de paragraaf weerstandsvermogen en risico’s kunt u in de digitale versie van dit jaarstukken doorklikken naar alle risico’s. Het laatste stuk van de jaarstukken bestaat uit de jaarrekening met bijlagen. Dit is de diepere financiële verantwoording.

ga terug