2.5.3 Terugblik
Het gaat goed met ons grondbedrijf. In 2019 hebben we onze geraamde productie gehaald. We hebben grond voor de realisatie van 159 woningen verkocht, in de raming was dit voor 150 woningen. Op het gebied van bedrijvigheid hebben we eveneens meer gronden verkocht dan verwacht. Dit is ruim 12 ha geworden in plaats van de verwachte 11 ha. We verwachten in 2024 onze laatste gronden voor woningbouw te verkopen en in 2026 onze laatste gronden voor bedrijvigheid.
Vanaf 2020 staat er nog een grondverkoop voor de realisatie van 480 woningen gepland en een gronduitgifte van 26 hectare voor bedrijvigheid.
Hieronder vindt u de belangrijkste ontwikkelingen binnen ons grondbedrijf in 2019:
Kaderwijziging
In februari heeft er een kaderwijziging plaatsgevonden in het project Zuidbroek. Dit betreft een uitwerking van de ‘Call’ die in 2017 is gehouden. In het kader van deze Call konden initiatieven worden ingediend door eigenaren met betrekking woningbouwontwikkelingen. Ook het grondbedrijf heeft aan deze Call meegedaan. In 2019 is één Call-initiatief van het grondbedrijf in ontwikkeling genomen, De Wingerd in Zuidbroek. Deze kaderwijziging is in 2020 door de raad vastgesteld en leidt tot de toevoeging van circa 70 woningen aan het complex Zuidbroek.
Afwegingskader woningbouw – uitwerking gemeentelijke locaties
Het grondbedrijf heeft in 2019 een voorstel ingediend bij de Projectgroep Planinitiatieven (PPI) voor de herontwikkeling van 13 gemeentelijke locaties waarbij in totaal ongeveer 200 woningen worden gerealiseerd. Hiervoor is ruimte binnen het Afwegingskader wat vanuit het team Wonen is geïnitieerd om 1.500 woningen bovenop de huidige woningbouwprogrammering te ontwikkelen. Momenteel wordt gewerkt aan een nadere uitwerking hiervan. Naar verwachting wordt in de tweede helft van 2020 een voorstel over de herontwikkeling van deze locaties aan de raad voorgelegd.
Nota grondbeleid
In 2019 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een nieuwe nota grondbeleid. Aangezien het grond- en vastgoedbeleid steeds meer met elkaar verweven raken, hebben we besloten om één nota Grond- en Vastgoedbeleid op te stellen. In deze nota zal naast de financiële haalbaarheid ook een plek worden gegeven aan maatschappelijk rendement van ruimtelijke ontwikkelingen. In 2019 zijn we op zoek gegaan naar een nadere duiding van de term ‘maatschappelijk rendement’, wat een breed interpretabel begrip is. We hebben hiervoor vele gesprekken gevoerd met collega’s van beleidsafdelingen die zich bezighouden met de uitwerking van de thema’s uit het Bestuursakkoord 2018-2022. Deze zijn:
- Comfortabele gezinsstad
- Ondernemende stad
- Toeristisch toplandschap
- Duurzaam Apeldoorn
Deze thema’s komen terug in het Koersdocument, wat een voorstel doet over de eisen aan welke de Omgevingsvisie van de gemeente Apeldoorn zou moeten voldoen. Ons doel is om de nieuwe nota Grond- en Vastgoedbeleid een programmaonderdeel te laten zijn van de Omgevingsvisie. Zo kunnen wij visie en de uitwerking hiervan in ons grond- en vastgoedbeleid nauw op elkaar aan laten sluiten.
Naast het maatschappelijke rendement hebben wij in 2019 nagedacht over het verbreden van de financiële businesscase bij het bepalen van ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij kan gedacht worden aan onderhoud van de te realiseren openbare ruimte of besparingen op het gebied van investeringen in vastgoed. In het kader van de nota Grond- en Vastgoedbeleid werken we dit onderwerp verder uit in 2020.
Wettelijke kaders
Ook bij de ontwikkeling van ons nieuwe grond- en vastgoedbeleid speelt de vraag hoe wij met het grondbeleidsinstrumentatrium, wat ons ter beschikking staat, kunnen bijdragen aan de ruimtelijke en sociale doelstellingen van de gemeente. Onderdeel van ons grondbeleid is het kostenverhaalsinstrumentarium. Dit instrumentarium was onderwerp van discussie in de Aanvullingswet grondeigendom behorende bij de Omgevingswet. Het kostenverhaal wordt in deze aanvullingswet vormgegeven. De wet bevat regels over kostenverhaal als de overheid kosten maakt bij de ontwikkeling van een initiatief van burgers of bedrijven. Daarnaast is het kostenverhaal een middel om kosten en baten efficiënt en eerlijk te verdelen over betrokken partijen.
Het kostenverhaal wijzigt in de nieuwe Omgevingswet slechts beperkt. In de overeenkomsten die wij sluiten met initiatiefnemers over herontwikkelingen, de privaatrechtelijke exploitatie overeenkomsten, kunnen wij nog steeds afspraken maken over de betaling van kosten aan de gemeente. Het instrument van het exploitatieplan wordt vervangen door zogenaamde kostenverhaalsregels in het omgevingsplan.
Voor de privaatrechtelijke exploitatie overeenkomsten speelde met name de vraag of wij de mogelijkheid zouden behouden bijdrages ruimtelijke ontwikkelingen te vragen aan particuliere initiatiefnemers en of de systematiek van de voorziening bovenwijks aangepast zou worden. De wet is inmiddels aangeboden aan de Eerste Kamer nadat op 17 oktober 2019 de Tweede Kamer de wet heeft aangenomen. Het lijkt erop dat het kostenverhaalsinstrumentarium intact blijft en dat de wijzigingen in deze wet het doel hebben om het kostenverhaal te vereenvoudigen, te verbeteren en flexibeler te maken.
In 2019 zijn we vooruitlopend op de wetswijziging gestart met het actualiseren van ons kostenverhaalsinstrumentarium. Dit zal dit jaar verder worden uitgewerkt.