Paragrafen

Financiering

Rentetoerekening

In het BBV is vanaf 2017 voorgeschreven hoe wij de doorberekening van de rente dienen te verantwoorden. In het verleden waren gemeenten vrij om zelf te bepalen hoe zij de rentekosten in de begroting opnamen. Veelal gebeurde dit middels een vorm van renteomslagpercentage, in onze gemeente hanteerden wij marktconforme rentepercentages. Het nieuwe renteomslagpercentage dient op een éénduidige wijze berekend te worden door alle gemeenten, zodat onderlinge vergelijkbaarheid toeneemt en beter aansluit bij de werkelijke rentekosten. Hieronder is het schema opgenomen dat inzicht verschaft tussen de rentekosten en rentedekking binnen de begroting en rekening.

bedragen *€ 1.000

Renteschema

Begroting 2019

Rekening 2019

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

10.675

9.736

b

De externe rentebaten (idem)

-2.616

-2.679

c

Saldo rentelasten en rentebaten

8.059

7.057

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-2.928

-1.869

c2

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-717

-717

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

717

717

-2.928

-1.869

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

5.131

5.188

d1

Rente over eigen vermogen

+/+

131

0

d2

Rente over voorzieningen

+/+

1.971

1.813

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

7.233

7.001

e

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-/-

7.814

7.807

f

Renteresultaat op taakveld treasury

581

806

Bij de externe rentelasten is er sprake van een voordeel omdat er, ondanks dat er iets meer is geleend, de kosten fors lager uitvielen omdat het rentepercentage waar tegen gemiddeld genomen geleend is, fors lager uitviel dan begroot.  Op de leningen met een korte looptijd hebben wij rente ontvangen terwijl wij dat op 0% hadden begroot. Zie hiervoor ook onderdeel 2.3.3.1 elders in deze paragraaf voor meer informatie. De rente die aan het grondbedrijf kon worden door berekend viel behoorlijk lager uit vanwege lagere externe rentelasten en gunstiger verhouding Vreemd Vermogen versus Totaal Vermogen dan vooraf ingeschat. Het nieuwe percentage is 1,5% geworden. Tevens viel het verplichte nacalculatie-rentepercentage lager uit, 1,41% om 1,8%. In de begroting hielden wij rekening met een rente-omslag percentage voor de Algemene Dienst van 1,4%. Dit percentage konden wij handhaven  omdat het renteresultaat binnen de toegestane marges van 25% bleef, namelijk 11,5%

ga terug