Financiën

Heeft het gekost wat het zou gaan kosten?

Op dit programma verantwoorden we een veelheid en diversiteit aan onderwerpen. Op totaalniveau zien we een voordeel van ruim € 8 miljoen. We lichten de grootste afwijkingen toe.

Bezuinigingsmaatregelen Voorjaarsnota (€ 10,6 miljoen voordeel)
In de Voorjaarsnota heeft u besloten tot een groot aantal bezuinigingsmaatregelen in 2019. Deze zijn in een aparte begrotingswijziging verwerkt in lagere budgetten op de taakvelden verspreid over alle programma's. Op taakveld 0.8 is de ‘opbrengst’ van de ombuigingen verantwoord. Deze opbrengst is tegenhanger van de tekorten op jeugdhulp en wmo. Het voordeel bedraagt € 10,6 miljoen. We hebben dit gedaan omdat we niet de budgetten van jeugd en wmo wilden verhogen, want dat zou naar buiten het beeld kunnen oproepen dat Apeldoorn (vrijwel) geen tekorten op het zorgdomein heeft. Niets is minder waar: we hebben daar zwaar voor moeten ombuigen.

Algemene Uitkering (€ 2,1 miljoen nadeel)
In de MPB 2019 hebben we rekening gehouden met een algemene uitkering van ruim € 331 miljoen (raming inclusief een aantal begrotingswijzigingen). We hebben afgerond € 2,16 miljoen minder ontvangen; een afwijking van 0,6% ten opzichte van de begroting. Over de nadelige uitkomst van de meicirculaire gemeentefonds hebben wij de raad geïnformeerd (brief 2019-369235). De septembercirculaire leidde opnieuw tot een lager accres. Daar tegenover staan hogere decentralisatievergoedingen zoals voor Wmo/ beschermd wonen. Het nadeel in de jaarrekening van € 2,16 miljoen is lager dan het nadeel dat wij hebben gemeld in de Rapportage grote verschillen (€ 2,5 miljoen). Dat wordt veroorzaakt door aanpassing van een aantal maatstaven in het gemeentefonds. Het nadeel van € 2,16 miljoen heeft als belangrijkste oorzaak lagere rijksuitgaven omdat het kabinet er niet in is geslaagd om haar beleid volledig uit te voeren. Daarnaast zijn de niet-belastingopbrengsten bij het Rijk, zoals winstuitkering deelnemingen en negatieve rente op staatsleningen, gestegen. De onderbesteding op de rijksbegroting leidt via de wettelijke afspraken tussen Rijk en gemeenten (samen trap op, samen trap af) tot kortingen op het gemeentefonds. Zoals bekend hebben veel gemeenten, waaronder Apeldoorn, hiertegen bij het kabinet geprotesteerd. In vergelijking tot het miljardenoverschot in 2019 bij het Rijk een nauwelijks uit te leggen financieel beeld. Bij het nadeel van € 2,16 miljoen is rekening gehouden met de door het Rijk voor de periode 2019-2021 beschikbaar gestelde compensatie voor de tekorten van gemeenten in de jeugdzorg. In 2019 gaat het voor Apeldoorn om een bedrag van € 4 miljoen. Hiermee hebben wij de raming algemene uitkering verhoogd. Daar staat een verhoogd budget jeugdzorg op programma 5 tegenover.

OZB (€ 1,1 miljoen nadeel)
Het nadeel op de OZB bedraagt € 1,1 miljoen. Het gaat om een lagere opbrengst van € 0,8 miljoen en hogere kosten ad € 0,3 miljoen. De lagere opbrengst is het gevolg van een verschuiving van objecten van 'niet- woningen' met een hoger tarief naar 'woningen' met een lager tarief, onder andere omdat bedrijfspanden worden omgebouwd tot woningen. Daarnaast zien we een forse toename van het aantal bezwaren (40% ten opzichte van voorgaand jaar).
De hogere kosten betreffen de bijdrage van Apeldoorn aan Tribuut voor het project GBO (omzetting waardering objecten van m3 naar gebruikersoppervlak), dat in 2019 en 2020 wordt uitgevoerd. Dit project is begin 2019 met de eerste begrotingswijziging 2019 van Tribuut aan de gemeenteraad voorgelegd voor het geven van een zienswijze en akkoord bevonden.

Overige voor- en nadelen programma 1 (€ 1,6 miljoen voordeel)
De post compensatie afstoot maatschappelijk vastgoed was voor 2019 verhoogd met het niet bestede budget 2018 tot een bedrag van € 0,8 miljoen.  In 2019 is hiervan € 0,1 miljoen uitgekeerd, waardoor een bedrag van € 0,7 miljoen resteert. De bestuurlijk toegezegde bijdrage aan Tuinen van Zuidbroek van € 0,4 miljoen is niet in 2019 uitgekeerd als gevolg van een te volgen ruimtelijke juridische procedure. Bij de jaarrekening wordt voorgesteld om dit bedrag nog één keer mee te nemen naar 2020.

In de realisatie zien we nu dat er bij een aantal eenheden vacatures vertraagd, of niet zijn vervuld. Daarnaast zijn er opbrengsten in verband met detachering en uitkeringen ziektegelden. Verder is er in een aantal gevallen extra ingehuurd. Per saldo levert dit een voordeel op van € 1,7 miljoen. Daarnaast is er een nadeel van € 0,8 miljoen, dat voor het merendeel uitgaven betreft in kader van mobiliteit. Het voordelig saldo wordt gestort ten gunste van de bedrijfsvoeringsreserve.

Hierboven hebben wij de grootste verschillen verklaard. Voor een verdere toelichting op de overige verschillen > € 0,2 miljoen verwijzen wij u naar de jaarrekening.