Jaarrekening

Toelichting op de balans

3.3.10 Schulden met een rente vast periode >1 jaar

De schulden op lange termijn zijn alle schulden waarvan de rente langer dan 1 jaar vaststaat. Eind 2019 stond de schuld op lange termijn zo op de balans.

bedragen x € 1.000,-

09

Schulden met een rente vast periode >1 jaar

31-12-2019

31-12-2018

Mutatie

Obligatieleningen

09.58

Obligatieleningen

165.000

120.000

45.000

Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige

09.60

Banken en overige financiële instellingen

244.441

241.476

2.965

Onderhandse leningen van openbare lichamen (art 1a Wet Fido)

09.62

Medeoverheden

15.000

15.000

Onderhandse leningen van overige sectoren (nl)

09.63

Overige binnenlandse sectoren

873

896

-23

Onderhandse leningen van pensioenfondsen en verzekeringsinst

09.59

Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen

70.000

105.000

-35.000

Waarborgsommen

09.66

Waarborgsommen

61

48

13

Totaal

Schulden met een rente vast periode >1 jaar

495.375

482.420

12.955

 We moeten de financieringsbehoefte bekijken in combinatie met het totaal van de
financieringsmiddelen die we hebben. U las dat ook al bij de toelichting bij het onderdeel liquide
middelen.

Kortlopende schulden omgezet in langlopende schulden
In het verleden hebben we € 135 miljoen kortlopende schulden omgezet in langlopende schulden. Daarvoor hebben we rente-instrumenten gebruikt bij de BNG (rating: AAA) en bij de Rabobank
(rating: AA3). Het gaat in alle gevallen om payers-swaps. U vindt een overzicht van de rente-instrumenten in bijlage K. We hebben ook de reguliere leningen in die bijlage opgenomen naar
aanleiding van de motie Ledig de leningenportefeuille.

Contractuele rente en marktrente
Leningen kunnen een zogenaamde marktwaarde krijgen, doordat de rente in de markt steeds
verschillend is. De marktwaarde ontstaat als de actuele rente afwijkt van de rente van een
langlopende lening die we eerder hebben afgesloten. Is de actuele marktrente lager dan heeft de
lening voor ons een negatieve marktwaarde. De marktwaarde berekenen we als volgt. We
trekken de rente van de 'oude' lening af van de actuele rente. Het verschil ‘vermenigvuldigen’ we
met de hoofdsom van de lening. De uitkomst daarvan vermenigvuldigen we met de resterende
looptijd van de lening. Op het eind van de looptijd van de lening is de resterende looptijd nul. Er is
dan dus geen verschil meer en de marktwaarde is dan dus nul.
Bijna alle leningen die we in het verleden hebben afgesloten, hebben een hogere rente dan de
actuele rente. Dat komt omdat de rentes op dit moment erg laag zijn. We hebben over onze totale
financieringspositie een berekening gemaakt van het verschil bij de contractuele rente en de
huidige marktrente. Daar komt een negatieve marktwaarde van € 79,5 miljoen uit per 31
december 2019. Voor de reguliere leningen met een vaste rente is de negatieve marktwaarde €
29,9 miljoen, voor leningen met een rente-instrument € 49,6 miljoen.
U vraagt zich dan misschien af waarom we niet hebben gewacht met het afsluiten van
langlopende leningen. Dan hadden we kunnen profiteren van de huidige lage marktrente. Het
antwoord hierop is dat we niet onbeperkt korte geldleningen mogen gebruiken om aan onze
liquiditeitsbehoefte te voldoen. De Wet Fido stelt daar namelijk grenzen aan. Zodra we die grens
hebben bereikt, zijn we wettelijk verplicht om korte geldleningen om te zetten in langlopende
geldleningen. We kunnen dan niet anders dan lenen tegen de marktrente die dan geldt.

Looptijden en rente
Ongeveer 15% van de resterende rente-instrumenten had aan het begin een looptijd tot 10 jaar.
Bij 52% was die looptijd tussen de 11 en 30 jaar en bij de andere 33% 50 jaar. De rentes
variëren van 2,52% tot 4,08%.

Garantstellingen
Naast de schulden in dit overzicht staan wij voor bijna € 794 miljoen??? garant voor geldleningen
van onder andere woningbouwcorporaties en NHG hypotheken van voor 2011. In de paragraaf
Financiering vindt u een toelichting daarover. In bijlage G staat een overzicht van de geldleningen
waarvoor we garant staan.

Rentelast van de schulden op lange termijn
Hieronder hebben we een overzicht opgenomen van de rentelast die in 2019 voortvloeide uit de
schulden op lange termijn. Voor een vergelijking hebben we daarnaast de gegevens over 2018
gezet. U ziet dan dat de rentelast is afgenomen. Dat komt doordat de rente bij (her)financiering fors
lager was. Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf Financiering.

(bedragen x € 1.000)

Rentelast schulden met een rentevaste periode > 1 jaar

2019

2018

09.1

Obligatieleningen

1.627

1.513

09.2

Pensioenfondsen en verzekerings instellingen

-306

-169

09.3

Banken en overige financiële instellingen

8.436

10.377

09.4

Medeoverheden

153

153

09.5

Overige binnenlandse sectoren

50

51

Totaal rentelast

9.960

11.925

ga terug