Algemene Indicatoren
Rekening 2017 | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Rekening 2019 | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|
Formatie: aantal FTE per 1.000 inwoners | 7,2 | 7,2 | 7,4 | 7,4 | |
Bezetting: aantal FTE per 1.000 inwoners | 7,3 | 7,3 | 6,7 | 7,4 | |
Ruimte | -0,1 | -0,1 | 0,7 | 0,0 | |
Formatie: aantal FTE | 1.161 | 1.167 | 1.183 | 1.209 | exclusief griffie |
Bezetting: aantal FTE | 1.175 | 1.186 | 1.080 | 1.203 | exclusief griffie |
Formatieruimte (aantal FTE) | -14 | -20 | 103 | 6 | |
Inhuur (aantal FTE)* | 189 | 175 | n.t.b. | 188 | over het aantal fte inhuur wordt op realisatiebasis gerapporteerd. De omvang hangt samen met (tijdelijk) invullen van vacatureruimte, vervanging als gevolg van ziekte, projecten, tijdelijke behoefte aan specifieke deskundigheid en opvang van piekwerkzaamheden. |
Apparaatskosten: kosten per inwoner | € 624,00 | € 728,00 | € 696,00 | n.t.b.* | |
Externe inhuur: Kosten als % van totale loonsom** | 15,9% | 15,6% | n.t.b. | 15,90% | |
Automatiseringskosten (* € 1 mln.) | € 11,1 | € 10,8 | € 11,4 | € 11,6 | inclusief loonkosten |
Inkoop % uitgaven bij lokale bedrijven* | 40,0% | 33,0% | 40,0% | n.t.b.* | binnen de kaders van wet- en regelgeving proberen we lokale ondernemers maximale kansen te bieden |
Overhead: % van totale lasten | 7,60% | 9,30% | 9,60% | 8,80% | |
Bron: eigen gegevens (Vensters voor bedrijfsvoering) |
* de effectindicatoren apparaatskosten en inkoop % uitgaven bij lokale bedrijven zijn afkomstig uit Vensters voor bedrijfsvoering (de opgaaf over 2019 wordt in 2020 opgesteld)
de stijging van de apparaatskosten bij rekening 2018 is het gevolg van een nieuwe definitie in Vensters voor bedrijfsvoering. Omdat inhuur zich met name op realisatiebasis voor doet, zijn de apparaatskosten bij de rekening hoger dan de begroting.
**de effectindicator externe inhuur % van totale loonsom wordt alleen op rekeningbasis bepaald
2017 | 2018 | 2019 | 2019 | |
---|---|---|---|---|
Gemeente Apeldoorn in fte | fte | fte | begroting | rekening |
Formatie | 1.161 | 1.167 | 1.183 | 1.209 |
Bezetting | 1.175 | 1.186 | 1.080 | 1.203 |
Ruimte | -14 | -20 | 103 | 6 |
Formatiecijfers: De formatiecijfers zijn exclusief Loopbaancentrum en Raadsgriffie.
Bezettingscijfers: Het overzicht geeft de bezetting op het formatieplan weer. De bezettingscijfers zijn inclusief medewerkers in vaste en tijdelijke dienst, medewerkers die bovenformatief in de eenheden geplaatst zijn, medewerkers met een proefplaatsing, re-integratie kandidaten en HPK’ers. De bezettingscijfers zijn exclusief BBL- medewerkers
2017 | 2018 | 2019 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Aanstellingen in aantal | Aantal | % | Aantal | % | Aantal | % |
Vast | 1.245 | 93 | 1.243 | 94 | 1.247 | 93 |
Tijdelijk | 94 | 7 | 81 | 6 | 91 | 7 |
1.339 | 100 | 1.324 | 100 | 1.338 | 100 |
Formatie en bezetting
Ten opzichte van de begroting 2019 zien we een toename van ruim 25 fte. Dit betreft voornamelijk de uitwerking van besluiten uit de MPB 2019-2022, waarin extra formatiebudgetten zijn toegekend voor o.a. kwaliteits- en activeringscoaches, schuldhulpverlening en de projecten ‘iedereen doet mee, statushouders en vitale vakantieparken. Een aantal vacatures wordt tijdelijk flexibel ingevuld vanwege ontwikkeling nieuwe taken, organisatorische ontwikkelingen en incidentele dekking uit subsidies en projectgelden.
Externe inhuur
Externe inhuur wordt met name gebruikt voor tijdelijke ondersteuning binnen de diverse eenheden, omdat er tijdelijke taken uitgevoerd moeten worden, als tijdelijke vervanging bij ziekte en bij taken die op termijn niet structureel door de gemeente uitgevoerd zullen worden. Inzet van tijdelijke projectleiders wordt bekostigd uit projectgelden. De inhuur per peilmoment 31-12-2019 bedraagt 187,99 fte en is toegenomen met 13,18 fte ten opzichte van peilmoment 31-12-2018. Afgesproken is dat het aandeel van inhuur concern breed onder 15% van de gehele populatie blijft. De inzet is om tijdelijke taken die van langdurigere aard zijn, waar mogelijk, via de reguliere bezetting in te vullen. Het aandeel van inhuurkrachten op de gehele populatie bedraagt in 2019 13,51%.
Ziekteverzuim
In 2018 nam het middellange en langdurige verzuim toe en in de eerste maanden van 2019 waren de effecten van deze toename terug te zien in het verzuimpercentage. Extra inzet op het doorgaans lastig beïnvloedbare middellange en langdurige verzuim heeft in de tweede helft van 2019 z’n vruchten afgeworpen. Het verzuim is in de laatste maanden aan het dalen tot ruim onder de 5%. Het gemiddeld jaarverzuim komt uit op 5,3%.
Jaar | Percentage |
---|---|
2017 | 4,9% |
2018 | 5,8% |
2019 | 5,3% |
Het voorkomen van verzuim en inzet op spoedige re-integratie in werk blijven continue aandacht vragen en houden van het management. In 2019 is in samenwerking met de arbo-dienstverlener (bedrijfsarts, inzetbaarheidscoach en arbeidsdeskundige) de verzuimaanpak aangescherpt.